nieuw verleden - Yvonne Struys

kunstroute

Foto: Witho Worms - 2006

Foto: Fred van Welie - 2006

foto: Hein Walter - 2007

foto: Yvonne Struys - 2006

Foto: Hein Walter - 2007

Foto: Hein Walter - 2007

Schuilhutten

Drie hutten.

Volgens Van Dale worden schuilhutten gebruikt door jagers, om ongemerkt het wild te kunnen opwachten. De drie schuilhutten die ik op de kruising van de Vogelweg en de Knarweg heb neergezet, kunnen aan die betekenis refereren, maar de betekenis die voortkomt uit het woord ’schuilen’ lijkt me meer voor de hand te liggen, zeker door de plek waar ze staan: schuilen tegen wind en regen. Elke hut bestaat uit 38 palen van vurenhout, die ik heb geïmpregneerd zodat het rottingsproces wordt uitgesteld. De palen zijn aan elkaar gebonden met manillatouw en komen in een punt bijeen. Op de punten heb ik roestige platen geplaatst, in de vorm van springende of zwevende hazen. Daarbij staan twee dode bomen die ik uit het bos heb gehaald.

Ik woon in de provincie Groningen. Als ik aan Flevoland denk, dan denk ik allereerst aan de ruimte, de leegte. En tegelijkertijd denk ik aan het verleden, dat er eerst water was. In Flevoland loop je in feite over de zeebodem. Het verleden dat daar boven water is gekomen, de krachtsinspanning die er is geleverd om het land droog te leggen, de mannen die daar moesten werken op die net drooggevallen modder, de boeren die die enorme leegte moesten bewerken, daar gaat dit kunstwerk over: drie schuilhutten als eerbetoon, als mogelijke restanten van die eerste periode na de drooglegging toen schuilen voor weer en wind werkelijk nodig was. Tegelijk ben ik ook geïnspireerd door de dichter H.H. Ter Balkt, die bonkige en grove, maar prachtige gedichten schrijft over het oude boerse Nederland:  “Ik kwam over de velden van het niets waar de hazen draven”,
“…espannen tussen ijle woud zomen.”
“…waar de winden overheen ruisten

De hazen bovenop de hutten staan symbool voor een lang leven. In een lang leven gaan het nu en het verleden hand in hand. En de toekomst wordt nooit uit het oog verloren. Daarom zijn bij de schuilhutten deze drie tijden met elkaar vermengd:
het verleden, de hutten als overblijfselen van de drooglegging (of misschien nog wel eerder, uit de Swifterbandperiode, 5000 geleden),
het nu: het kunstwerk staat aan de rand van een golfterrein, hoe eigentijds!

De toekomst: ik heb Hedera geplant; het is nu al heel goed voorstelbaar dat de schuilhutten helemaal overgroeid raken. En het gras eronder wordt niet gemaaid en komt zo hoog te staan dat ze helemaal dichtgegroeid raken.

Yvonne Struys, 2006