nieuw verleden - Vincent van Ginneke

kunstroute

Foto: Elsa Blaaser - 2007

Foto: Vincent van Ginneke - 2007

Foto: Vincent van Ginneke - 2007
Foto: Vincent van Ginneke - 2007
Foto: Vincent van Ginneke - 2007
Foto: Hein Walter -2007
Foto: Siemen Bolhuis - 2009

Foto: Siemen Bolhuis - 2009

Fokker G1 –  5 mei 1941

In de Fokkerfabrieken op Schiphol werd onder gezag van de Duitse bezetter een serie Fokker vliegtuigen van het type G1 gebouwd – een serie van 14 toestellen die aanvankelijk voor de Nederlandse luchtmacht was bedoeld –. De G1, een jachtkruiser, was een voor die tijd  geavanceerd tweemotorig vliegtuig met een dubbele staart als kenmerkende eigenschap.
Het allerlaatste toestel van deze serie zou de volgende dag, op 6 mei 1941, worden ‘afgeleverd’ aan de Duitse Luftwaffe om als gevechtstrainer in Duitsland te worden gebruikt.
Het toestel was al ingevlogen door Hidde Leegstra, testvlieger van Fokker. Hij wist echter de dienstdoende commandant van de Duitse Luftwaffe, na een aantal drankjes in de kantine van Schiphol, ervan te overtuigen dat een tweede testvlucht noodzakelijk was, om zo de laatste kinderziektes eruit te halen.
Testvliegtuigen werden, om een mogelijke ontsnapping naar Engeland te voorkomen, slechts gevuld met brandstof voor een half uur, te weinig om Engeland te bereiken. Leegstra was er echter in geslaagd om met behulp van enkele mannen van het grondpersoneel de tanks te vullen tot de maximum capaciteit.
Leegstra (samen met Fokkerwerknemer Piet Vos) zou worden geëscorteerd door een tweede Fokker G1, die bemand werd door twee Duitse piloten, die de opdracht meekreeg het testtoestel neer te halen mocht het toch proberen te ontsnappen.Omstreeks 4 uur s’middags stegen Leegstra en Vos op van Schiphol, gevolgd door het tweede toestel. Langzaam klommen zij in de richting van het IJsselmeer, dus in oostelijke richting, waarmee ze ervoor zorgden dat de Duitse piloten geen argwaan kregen. Aangekomen boven het IJsselmeer begon Leegstra aan enkele scherp uitgevoerde bochten, duikvluchten en stijgingen, waarbij het hem lukte om boven het, juist op die dag, dichte wolkendek te komen. Nadat hij zich ervan had verzekerd dat hij zijn Duitse bewakers had afgeschud, zette hij koers naar Engeland.
Aangekomen bij de Engelse kust werden zij door een patrouille RAF-Hurricane-jachtvliegtuigen onderschept (het toestel had Duitse merktekens), maar ook deze toestellen wist Leegstra te ontwijken. Hij werd echter wel vanaf de grond beschoten.
Om te voorkomen dat ze nu alsnog zouden worden neergehaald  liet Leegstra het landingsgestel zakken en landde op het eerste de beste geschikte terrein dat hij zag.
Ondertussen waren de Duitse piloten naar Schiphol teruggekeerd, in de overtuiging dat Leegstra door zijn doldrieste capriolen de macht over het toestel was verloren en in het IJsselmeer was gestort.

Het werkelijke verhaal loopt goed af, maar het hád natuurlijk anders kunnen gaan!Hier, met schelpen verbeeld, een imaginaire vondst: een afdruk op ware grootte van een Fokker G1 – een afdruk van een gebeurtenis die had kunnen plaatsvinden, als  Leegstra op 5 mei 1941 bij zijn ontsnappingspoging met zijn toestel in het IJsselmeer was gestort.

Vincent van Ginneke, 2007